‘Niet roken binnen. Klinkt misschien ongastvrij, maar ik vind die lucht in huis zo smerig. Ik stuur mensen naar buiten als ze willen roken, zo nodig geef ik ze een paraplu mee.’
‘De bank die ik kocht bij Monique des Bouvrie. Die staat in ons huis op Goeree Overflakkee. Het is een diepe, brede bank waarin je wegzakt en met geen mogelijkheid meer uit komt. We noemen het onze hondenmand.’
‘Ik ben een enorme kluizenaar. Als ik in mijn huis op Goeree Overflakkee ben, gaat de deur op slot. Ik trek een pyjamabroek, een verschoten T-shirt en met schapenwol gevoerde sloffen aan, en sluit mezelf rustig twee, drie dagen op.'
‘Sowieso de bank. Maar ook mijn Amerikaanse Viking-fornuis met zes gaspitten en een grillplaat - een soort dierencrematorium. Ik kook graag.’
‘Ik vind alle huishoudelijke klussen vervelend. Gelukkig heb ik een hulp.’
‘Niemand. Iedereen is hier welkom, zelfs mensen met wie ik een moeilijke verstandshouding heb. Als ze voor mijn deur staan en vragen: "heb je koffie?", zou ik vragen: "wat heb je erin?" Die mentaliteit heb ik van mijn ouders meegekregen.’
‘Een brand in mijn vorige woning, veroorzaakt door een smeulende sigaret op de bank. Toen werd er nog gerookt in huis. Midden in de nacht ging de rookmelder. Die heeft mijn leven gered. Het huis stond zo snel vol rook. Het was surrealistisch: je wordt ruw uit je slaap gewekt en binnen een kwartier sta je op straat en blust de brandweer je huis. Ik heb ook weleens een inbraak meegemaakt, maar dat nog liever dan een brand.’
‘Bette Midler. Ik ben een groot bewonderaar van haar. Ze is een goede zangeres en comédienne. Adele lijkt me ook leuk. Ik zou graag met haar praten over haar haat-liefdeverhouding met het vak.’