
'Als bouwkundige moet ik neutraal blijven. Dat is af en toe best lastig. Kopers vallen bijvoorbeeld voor een oud huis op een prachtige locatie. Ik wijs dan op de slechte isolatie, de scheve vloeren en de krakkemikkige ramen. En dat het behoorlijk in de kosten gaat lopen als je zo’n woning in goede staat wilt brengen. Maar de kopers stellen dan dat die gebreken horen bij de charme van een oude woning. Ze willen per se dit huis en het hooguit een beetje opknappen. Ik denk dan: niet doen, zo’n woning wordt er zonder grondige renovatie slechter op. Toch zal ik dat nooit zeggen, want de koper beslist.'
'Ik moet ook voorzichtig zijn met wat ik zeg tegen de verkoper van een woning. Bijvoorbeeld als hij een niet zo handige doe-het-zelver blijkt die met veel liefde zijn huis heeft opgeknapt. Als hij meeloopt met de keuring, kan ik zijn werk niet afkraken. Maar naderhand zeg ik wel tegen de potentiële kopers: "Wees verstandig en zoek een goede vakman om een en ander te verbeteren."’
'Een bouwtechnische keuring is anders dan een opleveringskeuring. De oplevering is vaak een feestje omdat kopers officieel eigenaar worden van een huis. Bij een bouwtechnische keuring is niet zeker of er iets te vieren valt. De liefde voor een woning kan bekoelen als na de keuring blijkt dat er veel gebreken zijn. Ik vind het jammer dat ik zelden hoor of een koop doorgaat. Daar ben ik in sommige gevallen best benieuwd naar.’
Dit is een bewerkte versie van de rubriek 'Keuring in de praktijk' uit Eigen Huis Magazine, editie december 2018/januari 2019. Foto: Ed van Rijswijk.