Kennisbank
Hoeveel belasting moet ik betalen over mijn vermogen in box 3?
Het box 3-systeem gaat ervan uit dat hoe hoger je vermogen is, hoe meer je belegt en hoe meer rendement wordt behaald. Dit uitgangspunt is overigens door het Hoge Raad-arrest van 24 december 2021 gewijzigd. Zie hieronder voor de wijzigingen in de rendementsberekeningen door het Hoge Raad-arrest. Over de jaren 2021 en 2022 hebben belastingplichtigen de keuze wat het beste uitkomt, het oude of het nieuwe stelsel.
Het berekende rendement wordt belast tegen een tarief van 31 % (2023, 32%). Per persoon geldt wel een vrijstelling van € 50.650 (2022) (2023, € 57.000). In onderstaande tabel vind je de opbrengsten die gelden over het vermogen boven de uitkering.
Berekeningswijze 2022 (oude stijl)
Schijf | Je vermogen (min aftrek van € 50.650) |
Percentage -0,01% |
Percentage 5,53% | Gecombineerd rendementspercentage |
1 | Tot een met €50.650 | 67 % | 33 % | 1,82% |
2 |
Van €50.650 tot en met €962.350 | 21 % | 79 % | 4,37% |
3 | Vanaf € 962.350 | 0 % | 100 % | 5,53% |
Voorbeeld:
Stel je hebt, na aftrek van de vrijstelling van € 50.650, een vermogen van € 350.650. De Belastingdienst gaat ervan uit dat je over de eerste € 50.650 het volgende rendement behaalt:
- Meer dan 67% van € 50.650 (€ 33.936) een rendement van -0,01% = € 3,40 -/-
- Ruim 33% van €50.650 (€16.714) een rendement van 5,53% = €924,28
Je totale rendement boven de € 50.650 is dus € 920,88. Dat is 1.818%. Het tarief is 31 %. Je betaalt over de eerste € 50.650 dus € 285 inkomstenbelasting. Je betaalt dan uiteindelijk 0,56 % inkomstenbelasting over dit deel van het vermogen.
Dan blijft nog over een vermogen: € 300.000. Dit wordt als volgt belast:
- Meer dan 21% van € 300.000 (€ 63.000) een rendement van -0,01% = € 6,30 -/-
- Meer dan 79% van € 300.000 (€ 237.000) een rendement van 5,53 % = € 13.106,10
Je totale rendement boven de € 300.000 is dus € 13.100. Dat is 4,37%. Het tarief is 31 %. U betaalt dus over het resterende vermogen € 4.061 inkomstenbelasting. Je betaalt dan uiteindelijk 1,35 % inkomstenbelasting over dit deel van het vermogen.
Heb je vermogen boven de € 962.350, dan zal dit voor 100 % worden gebaseerd op het beleggen en wordt er uitgegaan van een rendement van 5,53 %.
Berekeningswijze 2022 (nieuwe stijl)
Door het Hoge Raad-arrest is het stelsel aanzienlijk gewijzigd. De staatssecretaris heeft nu een onderverdeling gemaakt naar soorten vermogen:
- Bij spaargeld wordt voor 2022 uitgegaan van een forfaitair rendement van 0,01%
- Bij ander vermogen wordt uitgegaan van een rendement van 5,53%
- Bij schulden wordt uitgegaan van een rendement van 2,46%
Voorbeeld
Stel je hebt, boven de vrijstelling, een vermogen van € 60.000. Dit bestaat voor € 40.000 uit spaargeld, € 30.000 uit beleggingen en voor € 10.000 uit schulden. De berekening van het rendement is dan als volgt:
- € 40.000 heeft een rendement van 0,01%, dus € 4.
- € 30.000 heeft een rendement van 5,53%, dus € 1.659.
- € 10.000 heeft een rendement van 2,46%, dus € 246.
Het totale rendement is dan € 4+ € 1.659 -/- € 246 = € 1.417. Dit wordt belast tegen 31%, dus de belasting is dan € 439,27.
2021
In 2021 werd het behaalde rendement eveneens belast tegen een tarief van 31 %. Zie hieronder voor de wijzigingen in de rendementsberekeningen door het Hoge Raad-arrest. Over de jaren 2021 en 2022 hebben belastingplichtigen de keuze wat het beste uitkomt, het oude of het nieuwe stelsel. Per persoon gold een vrijstelling van € 50.000 (2021). In onderstaande tabel vind je de rendementen die golden over het vermogen boven de vrijstelling.
Berekeningswijze 2021
Schijf | Je vermogen (minus vrijstelling van € 50.000) |
Percentage 0,03% |
Percentage 5,69% | Gecombineerd rendementspercentage |
1 | Tot een met €50.000 | 67 % | 33 % | 1,90 % |
2 |
Van €50.000 tot en met €950.000 | 21 % | 79 % | 4,50 % |
3 | Vanaf €950.000 | 0 % | 100 % | 5,69 % |
Voorbeeld:
Stel je hebt, na aftrek van de vrijstelling van € 50.000, een vermogen van € 350.000. De Belastingdienst gaat ervan uit dat je over de eerste € 50.000 het volgende rendement behaalt:
- Over 67% van €50.000 (€33.500) een rendement van 0.03% = €10
- Over 33% van €50.000 (€16.500) een rendement van 5.69% = €939
Je totale rendement boven de € 50.000 is dus € 949. Dat is 1,8978%. Het tarief is 31 %. Je betaalt over de eerste € 50.000 dus € 294 inkomstenbelasting. Je betaalt dan uiteindelijk 0,59 % inkomstenbelasting over dit deel van het vermogen.
Dan blijft is nog over aan vermogen: € 300.000. Dit wordt als volgt belast:
- Over 21% van €300.000 (€63.000) een rendement van 0.03% = €19
- Over 79% van €300.000 (€237.000) een rendement van 5.69% = €13.485
Je totale rendement boven de € 300.000 is dus € 13.504. Dat is 4,50%. Het tarief is 31 %. Je betaalt dus over het remaining vermogen € 4.186 inkomstenbelasting. Je betaalt dan uiteindelijk 1,40 % inkomstenbelasting over dit deel van het vermogen.
Heb je vermogen boven de € 950.000, dan zal dit voor 100 % worden aangemerkt als belegging en wordt er uitgegaan van een rendement van 5,69 %.
Berekeningswijze 2021 (nieuwe stijl)
Door het Hoge Raad-arrest is het stelsel aanzienlijk gewijzigd. De staatssecretaris heeft nu een onderverdeling gemaakt naar soorten vermogen:
- Bij spaargeld wordt voor 2021 uitgegaan van een forfaitair rendement van 0,01%
- Bij ander vermogen wordt uitgegaan van een rendement van 5,53%
- Bij schulden wordt uitgegaan van een rendement van 2,46%
Voorbeeld
Stel je hebt, boven de vrijstelling, een vermogen van € 60.000. Dit bestaat voor € 40.000 uit spaargeld, € 30.000 uit beleggingen en voor € 10.000 uit schulden. De berekening van het rendement is dan als volgt:
- € 40.000 heeft een rendement van 0,01%, dus € 4.
- € 30.000 heeft een rendement van 5,69%, dus € 1.707.
- € 10.000 heeft een rendement van 2,46%, dus € 246.
Het totale rendement is dan € 4+ € 1.707 -/- € 246 = € 1.465. Dit wordt belast tegen 31%, dus de belasting is dan € 454,15.