Bewoners aardgasvrije wijken mogen geen proefkonijnen zijn
Huiseigenaren die in wijken wonen die zijn aangewezen als proeftuin om van het aardgas af te gaan, mogen niet de dupe worden van alle onzekerheid, gedoe en kosten die normaliter bij experimenten horen. Dat benadrukte verenigingsdirecteur Cindy van de Velde onlangs nog bij tv-programma Kassa.
Uiterlijk in 2030 moeten 1,5 miljoen bestaande woningen van het aardgas af zijn. Dat is een van de maatregelen die bij moeten dragen aan de doelstelling uit het Klimaatakkoord om in 2030 49 % minder CO2 uit te stoten dan in 1990. Gemeenten moeten uiterlijk in 2021 aangeven wanneer welke wijken van het aardgas af gaan. In de fase daarvoor wijzen ze zogenaamde proeftuinwijken aan, waar ze willen uitvinden hoe alternatieven voor aardgas, zoals warmtepompen en warmtenetten, in bestaande bouw te integreren zijn.
Leden liggen wakker van de kosten en gedoe
In beginsel vindt Vereniging Eigen Huis dit een prima manier om de energietransitie op gang te brengen, maar huiseigenaren in die wijken hebben er niet om gevraagd om proefkonijn te zijn. Experimenteren en innoveren brengt veel risico’s en onzekerheden met zich mee. Leden geven aan vooral wakker te liggen van de kosten en het gedoe. De vereniging wil daarom een harde garantie van de overheid dat de transitie woonlastenneutraal gebeurt.
Een proeftuinwijk is geen vrijblijvend laboratorium
Op dit moment bestaat er nog teveel onduidelijkheid over wie de rekening gaat betalen. Cindy van de Velde, directeur van Vereniging Eigen Huis, deed daarom begin maart in een speciale energie-uitzending van het BNN-VARA programma Kassa een duidelijke oproep aan het kabinet: 'Een proeftuinwijk is geen vrijblijvend laboratorium. De mensen die daar wonen hebben er niet voor gekozen om proefkonijn te zijn. Houd daar rekening mee.' Bekijk de uitzending.
