'Ik merk wel dat het aantal aanmeldingen voor mijn televisieprogramma toeneemt. Maar of dat door de coronacrisis komt of gewoon door het lekkere weer, het zal een combinatie zijn. De klachten gaan vooral over geluidsoverlast. Als de zon schijnt en iedereen zit buiten, wanen mensen zich in Spanje en gedragen ze zich ook anders. Op zo’n moment meteen gaan klagen, is niet verstandig. Dan krijg je ruzies aan de deur. Wacht een dag. Dan ben jij rustig en is de buurman misschien niet dronken.'
'Die ging over een tuinkabouter. De ene buur stoorde zich aan de tuinkabouter van de ander. Ik verzin het niet.'
'Haha, nee. Het was gewoon een keurige tuinkabouter. De buurman voerde vogeltjes die vervolgens poepten op de tuinkabouter. Daar was de eigenaar van de tuinkabouter niet blij mee. Het ging echt nergens over. Maar er zat natuurlijk een verhaal achter. De relatie tussen de buren was altijd goed geweest, totdat de ene buur een nieuwe partner kreeg. Toen ging het mis. Dat maak ik vaker mee. De jarenlange saamhorigheid in de buurt wordt verstoord door de komst van een nieuwe heer of dame in de straat en daar wordt alle onvrede op afgewenteld: "Vroeger was het een leuke buurman, maar sinds dat mens daar woont ...".'
'Alle escalerende burenruzies zijn eigenlijk allemaal relatieconflicten. Maar de overlast is ooit ergens mee begonnen. Als je de oorzaak niet aanpakt, gaat het etteren.'
'Daar kan ik eigenlijk geen goed antwoord op geven. Klaag je te snel of te vaak, dan krijgen buren een hekel aan je. Maar jarenlang alles simpelweg slikken, is ook niet goed. Gaat het dan verkeerd, dan gaat het ook goed fout. Je moet een middenweg zien te vinden. Idealiter zou je er bij terugkerende overlast rustig met de buren over moeten kunnen praten. Zoals bij geluidsoverlast in een flat. Nodig de bovenburen eens bij je thuis uit zodat ze horen hoeveel herrie hun kinderen maken. Dan lost het probleem zich vanzelf op. Probeer te voorkomen dat burenoverlast een relatieconflict wordt. Daarmee bedoel ik dat een hekel aan de buren het onderwerp wordt en niet meer de mogelijke overlast.'
'Nee hoor; koop of huur, arm of rijk, het maakt niet uit. En de impact ervan is enorm. Dat hoor ik ook altijd terug van mensen die ermee te maken krijgen. Ik vergelijk het weleens met een arbeids- of huwelijksconflict. Er is geen ontkomen aan, je wordt er dagelijks mee geconfronteerd.'
'Tegelijkertijd houd ik mensen voor dat er altijd een uitweg is. Uit een slecht huwelijk kun je weg, je kunt je baan opzeggen en je kunt verhuizen. En wat ik ook altijd tegen ruziënde buren zeg: jouw recht stopt bij het tuinhekje. Een heleboel ruzies ontstaan door iets wat buiten je tuinhekje gebeurt: bij de buren of op straat. Daar heb je niks over te vertellen. Het is heel vervelend als de buurman zijn auto op straat voor jouw deur parkeert, maar het is niet verboden.'
'Nee, dan dringt hij je woning binnen met geluid. Dat is een ander verhaal.'
'Omdat buurtbemiddeling werkt: twee derde van de burenruzies wordt hiermee opgelost. Met name bij beginnende ruzies is buurtbemiddeling effectief, omdat mensen dan nog normaal aanspreekbaar zijn. Een bemiddelaar zoekt naar een gemeenschappelijk belang: dat je normaal in je huis kunt wonen, zonder klagen. Als dat inzicht er is, kan een probleem door buurtbemiddeling goed worden opgepakt.'
'Nee, dat raad ik altijd af. Je moet goed omgaan met je buren, maar kom niet de hele dag bij elkaar over de vloer en ga zeker niet samen op vakantie. Gaat het fout, kom je in een hel terecht: je weet alles van elkaar en je woont naast elkaar.'
'Gewoon een praatje houden, zonder dat het klef wordt. Af en toe een buurtfeestje en één keer per jaar samen een borreltje drinken. En ik vind dat je altijd burenhulp moet verlenen. Slaat een inbreker ’s nachts een ruit in bij de buren, dan moeten omwonenden hun bed uit om achter de boef aan te gaan en het raam dichttimmeren.'
'Ja.'
'Ach, we hebben allemaal weleens een aanvaring. Daar kom je met een goed gesprek wel weer uit.'
(Lachend) 'Nee, nee, maar dat hoeft ook geen schande te zijn, hoor. Want zoals ik al zei: het kan iedereen overkomen. En dan heb ik het over normale mensen. Je kunt ook de pech hebben dat je naast een aso of psychopaat komt te wonen. Dan werkt niks meer: geen goed gesprek, geen buurt- bemiddeling, geen wijkagent. Om de doodeenvoudige reden dat zo’n persoon er geen enkel belang bij heeft om jou tegemoet te komen. Raak je daarin verzeild, is mijn advies: vluchten, zo ver je kunt. Je gaat dat nooit winnen.'
Dit artikel staat ook in Eigen huis Magazine, editie september 2020