Buiten schilderen: 10 veelgemaakte fouten

1. Schilderen als het te warm of te koud is

Vuistregel: schilder als het tussen de 10 en 30 °C is. Bij te lage temperaturen duurt het lang, soms wel dagen, voordat de verflagen droog zijn. Bij te hoge temperaturen droogt verf juist te snel. De bovenste laklaag wordt hard, terwijl de laag eronder nog nat is. Het hout is dan wel beschermd, maar het verfwerk ziet er niet fraai uit. De verflagen rimpelen en door de hitte ontstaan blaasjes. Schilder ook niet als het regent of mistig is. Vocht kan dan in de natte verflaag trekken.

2. Goed voorwerk nalaten

Maak voordat je gaat schuren kozijnen goed schoon. Anders schuur je het vuil in de ondergrond. Gebruik geen ammoniak voor de schoonmaak, dat ontvet onvoldoende. Speciale verfreiniger werkt beter. Neem daarna de kozijnen af met water. Let erop dat je bij het schuren schuurpapier gebruikt van de juiste korrelgrootte. Als de oude laklaag nog intact is, volstaat korrelgrootte P240-P320. Als het kozijn in slechte staat is, haal dan eerst bladderende verflagen weg met een krabber en schuur het hout grondig met korrelgrootte P80-P120.

3. Houtrot niet verwijderen

Als vocht in het hout komt, kan houtrot ontstaan. Regenwater kan in het hout komen als er scheuren in het hout zitten of verf ontbreekt. Houtrot herken je aan zachte, verkleurde plekken en barsten in de verflaag. Aangetast hout rot altijd verder. Steek daarom het besmette hout weg, en ook een deel van het gezonde hout om eventuele schimmelsporen te verwijderen. Gebruik voor de reparatie een twee componenten houtreparatiemiddel. Is de beschadiging groter dan een vuist, vervang dan dat deel van het kozijn. Hiervoor kun je het beste een specialist inschakelen.

4. Kieren dichten met siliconenkit

Naden en kieren tussen de liggende en staande houten kozijndelen moeten goed worden afgewerkt. Anders kan er vocht in trekken, met houtrot tot gevolg. Maar gebruik voor het dichten van naden nooit siliconenkit, want verf hecht hierop niet goed. Gebruik in plaats daarvan hoogwaardige, elastische, overschilderbare kit.

5. Veel plamuur gebruiken

Als het even kan, vermijd dan plamuren. En als je het toch doet, doe het dan spaarzaam. Want hout krimpt en zet uit, maar plamuur is niet elastisch en kan die werking niet aan. Vroeg of laat komt een teveel aan plamuur los. Dan ontstaan scheuren in de laklaag. Vocht kan hierdoor in het hout trekken, met alle gevolgen van dien. Gebruik voor het herstellen van oneffenheden en het opvullen van schroef- en spijkergaatjes liever houtreparatiemiddel.

6. De onderkant van ramen, deuren en dorpels niet schilderen

Horizontale delen waarop water kan blijven staan, zoals de onderdorpels van raamkozijnen en de onderkant van ramen en deuren, zijn het gevoeligst voor houtrot. Toch worden de onderkanten van ramen en deuren vaak vergeten bij het schilderen. Na regenbuien blijven de druppels aan de onderkant van het hout hangen. Als dat niet geverfd is, trekt het water erin en kan houtrot ontstaan.

7. Niets doen aan de binnenkant van de kozijnen, als die van slechte kwaliteit zijn

Als de verflaag of het kitwerk van de binnenkant van kozijnen en deuren van slechte kwaliteit is, moet je daar eerst wat aan doen. Het binnen- en buitenkozijn zijn één geheel. Vocht uit de binnenzijde trekt door naar de buitenzijde waardoor gebreken aan het buitenschilderwerk kunnen ontstaan. Dit gebeurt vooral bij de ‘vochtige ruimtes’, zoals de badkamer en de keuken. Los daarom eerst gebreken aan het schilderwerk binnen op en dicht de open naden tussen glas en hout.

8. De scherpe randen van kozijnen niet wat minder scherp maken

Als scherpe hoeken en randen in de kozijnen niet worden ‘afgerond’, is het hout niet optimaal beschermd. Op die scherpe randen scheurt de verflaag vaak als eerste. Schuur daarom de randen met schuurpapier (korrelgrootte P80 tot P120) tot een straal van minimaal 3 tot 4 millimeter.

9. Te weinig of te veel verf gebruiken

Minimaal drie lagen verf op nieuw of kaal hout, dat is onder schilders de basisregel. Bijvoorbeeld één laag grondverf en twee lagen voor de afwerking. Door regen en wind verweert het schilderwerk en die twee afwerklagen zijn nodig om het hout te beschermen. Bladdert de verf nog niet af en is er geen kaal hout zichtbaar, dan kan één laklaag volstaan. Schuur dan wel eerst de oude laag licht.

Een te dikke verflaag op de kozijnen is ook niet goed. Zeker niet bij alkydverf. Als de verflaag te dik wordt aangebracht, droogt de verf wel aan de oppervlakte maar niet eronder. Daardoor gaat de droge bovenlaag rimpelen. Je kunt beter twee keer een dunne verflaag aanbrengen, dan één keer een heel dikke laag.

10. Klemmende delen niet herstellen

Herstel klemmende ramen of deuren voordat je gaat schilderen. Anders kan het schilderwerk al beschadigen door een raam of deur open te doen. Dat heeft ook gevolgen voor de kwaliteit van het houtwerk. Als er krassen in het kozijn komen, ontbreekt daar de bescherming van verf. Daar kan vocht in het hout komen. Laat een schilder of timmerman voor het schilderen de ramen en kozijnen controleren en indien nodig afschaven. Twee tot vier millimeter speling rondom de draaiende delen volstaat.