Haal eerst het ergste vuil en stof weg voordat je met de echte schoonmaak begint. Zet alle ramen en deuren open, zodat je ook de sponningen goed kunt schoonmaken.
Vul een emmer water met een klein beetje groene zeep. Maak de kozijnen nooit schoon met een agressief schoonmaakmiddel of een reinigingsmiddel met een schurende werking. Gebruik een zachte (vaat)doek of een zachte spons, zodat je het hout niet beschadigt. Werk van boven naar beneden, anders maak je een schoongemaakt kozijn weer vies. Neem ook gelijk de tochtrubbers mee.
Verwijder met water alle zeepresten, zodat er geen vuil achterblijft. Maak daarna de kozijnen droog met een zachte doek.