Stroomstoring: oorzaken en oplossingen

Stap 1: Algemene stroomstoring?

Controleer of er een stroomstoring is in de hele buurt: werkt de straatverlichting? Hebben de buren stroom? Zo niet, dan is er sprake van een regionale of landelijke stroomstoring. Op de website van de netbeheerder kun je zien of dit het geval is. Is de storing daar (nog) niet bekendgemaakt, neem dan contact op met het gratis nationaal storingsnummer voor gas en stroom: (0800) 90 09. De melding komt dan terecht bij de netbeheerder. Daarna is het afwachten tot de stroomstoring verholpen is.

Stap 2: (Hoofd)zekering kapot?

Is de storing alleen bij jou, check dan de meterkast. Heb je een (automatische) hoofdzekering, controleer dan of die is ingeschakeld of is doorgebrand. Een doorgebrande zekering zit achter een verzegelde plaat en moet door de netbeheerder worden vervangen.

Is de schakelaar van een groep omgeslagen of de zekering doorgebrand, zet de schakelaar dan weer om of draai er een nieuwe zekering in. Blijft de schakelaar staan of de zekering heel, dan is er waarschijnlijk niets aan de hand en kun je alle apparaten weer gebruiken. 

Stap 3: Kapotte aardlekschakelaar?

Een aardlekschakelaar in de meterkast schakelt automatisch de stroom uit als die weglekt bij bijvoorbeeld een kapot elektrisch apparaat. De schakelaar is er dus voor je eigen veiligheid.

Als je de aardlekschakelaar omzet of op de T(est)-knop drukt, schakel je alle stroomvoorziening die erachter zit direct uit. 

Om erachter te komen of de aardlekschakelaar kapot is, zet je alle schakelaars in de meterkast om en schakel je vervolgens de aardlekschakelaar weer in. Lukt dit niet, dan is de kans groot dat de aardlekschakelaar defect is. Neem contact op met een vakspecialist om dit probleem te verhelpen.

Stap 4: In welke groep zit de storing?

Om te achterhalen in welke groep de stroomstoring zit, schakel je de aardlekschakelaar uit en daarna alle groepen. Schakel vervolgens de aardlekschakelaar weer in en activeer een voor een de groepen. Blijft de knop staan, dan is er in die groep niets aan de hand. Schiet de knop terug, dan zit er onder die groep een apparaat dat de storing veroorzaakt.  

Stap 5: Welk apparaat veroorzaakt de storing?

Je hebt waarschijnlijk een kapot apparaat in huis dat voor kortsluiting of overbelasting zorgt. Je spoort het apparaat op door alle stekkers van de apparaten in die groep uit het stopcontact te halen. Vervolgens steek je één voor één de stekkers weer in het stopcontact. De stekker waarbij de aardlekschakelaar of zekering eruit springt, is de veroorzaker van de storing.

Als je geen overzicht hebt van welke apparaten op welke groep zitten, dan is het opsporen van de storing een lastige klus. Je moet dan alle apparaten met een stekker langs gaan. Vergeet daarbij niet de stekkers van de cv- en mechanische ventilatie-installatie.

Algemene tips

• Zorg dat je een groepenoverzicht bij de hand hebt, de beste plaats is de meterkast. In het overzicht staat welke ruimtes en apparaten op de groepen zijn aangesloten. Dit scheelt je veel tijd als je moet uitzoeken welk apparaat een storing veroorzaakt.
• Zorg voor een noodpakket in huis: een zaklamp (en extra batterijen) en een radio. Ook lucifers, kaarsen en dekens kunnen van pas komen.
• Hang het Nationaal Storingsnummer (0800-9009) op in de meterkast. Sla dit nummer en het telefoonnummer van de Spoedklusservice op in je telefoon.
• Test de aardlekschakelaar minimaal twee keer per jaar (zomer en wintertijd) door de T(est)-knop in te drukken. De stroom moet dan uitgeschakeld worden.
• Houd bij stroomuitval de koelkast en vriezer zo veel mogelijk dicht.