Afbouw salderingsregeling: zo werkt het
Als zonnepaneeleigenaar ontvang je nu nog een terugleververgoeding voor de opgewekte stroom die je zelf niet gebruikt. Ook wel salderen genoemd. Het kabinet wil de salderingsregeling vanaf 2025 afbouwen. Hoe dat werkt leggen we uit.
Afbouw vanaf 2025
Het kabinet is van plan om de salderingsregeling voor zonnepaneelhouders af te bouwen vanaf 2025. Eigenaren van zonnepanelen krijgen daardoor versneld minder voordeel. Het wetsvoorstel is aangenomen door de Tweede Kamer. Het is nu aan de Eerste Kamer om te beslissen of dit wetsvoorstel ook daadwerkelijk wordt aangenomen. Wanneer de Eerste Kamer zich over het wetsvoorstel buigt is nog onduidelijk. De afbouw houdt in dat zonnepaneelhouders vanaf 2025 nog maar een deel van de elektriciteit die ze terugleveren in mindering mogen brengen op de hoeveelheid stroom die is verbruikt. Dit percentage daalt in 2025 in één keer met 36 procent en gaat daarna verder omlaag. Tussen 2026 en 2031 daalt het percentage jaarlijks met 9 procent en vanaf 2031 naar 0 procent. Vanaf dat moment is het nog wel mogelijk om een terugleververgoeding te krijgen voor de stroom die wordt teruggeleverd, maar dan op basis van de werkelijke stroomprijs. De hoogte van deze vergoeding mag de energieleverancier zelf vaststellen. Hoe meer panelen er op het dak liggen, hoe meer geld er verdiend kan worden. Het kan daarom lonen om een energiebedrijf te zoeken met een hoog teruglevertarief.
Vereniging Eigen Huis vindt dat er een langjarig perspectief moet komen om de aanschaf van zonnepanelen te blijven stimuleren. Volgens de vereniging moeten de panelen binnen zeven jaar terugverdiend zijn en moet er een minimale terugleververgoeding worden vastgelegd. Daartoe roept de vereniging samen met de Woonbond, Aedes, VNG, en de Consumentenbond op. Dit geeft niet alleen huiseigenaren investeringszekerheid, het is ook een extra stimulans voor steeds meer zonnepanelen op zoveel mogelijk daken.
Zo ziet het afbouwpad eruit:
Afbouwpercentage | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 |
Oud voorstel | 100% | 91% | 82% | 73% | 64% | 55% | 46% | 37% | 28% | 0% |
Nieuw voorstel | 100% | 100% | 100% | 64% | 64% | 55% | 46% | 37% | 28% | 0% |
Rekenvoorbeeld
Stel: in 2025 verbruikt een gezin in totaal 3.500 kilowattuur aan elektriciteit. De zonnepanelen leveren dat jaar een teveel aan elektriciteit op van 1.500 kilowattuur. Omdat het gezin deze elektriciteit niet meteen kon gebruiken, wordt deze elektriciteit teruggeleverd aan het net. Daarvan mag 960 kilowattuur worden gesaldeerd (64 procent van 1.500 kilowattuur). Hierover wordt de volledige prijs vergoed. De overige 36 procent van de teruggeleverde stroom (540 kilowattuur) mag niet gesaldeerd worden. Daar geeft de energieleverancier een redelijke vergoeding voor. In de praktijk is deze vergoeding altijd lager dan de prijs per kWh voor de verbruikte stroom. Het kabinet wil wel in de wet opnemen dat de hoogte van deze vergoeding wordt vastgesteld op minimaal 80 procent van het tarief wat de consument heeft afgesproken met de leverancier.
Tip! Collectieve Inkoop Zonnepanelen
Overweeg je zonnepanelen? Schrijf je vrijblijvend in voor onze Collectieve Inkoop Zonnepanelen en ontvang een offerte op maat.