
In het klimaatakkoord is afgesproken dat in 2050 alle woningen in Nederland van het aardgas af zijn. Eind 2021 moeten alle gemeentes plannen hebben gemaakt hoe ze dit per wijk willen aanpakken. Welke alternatieven zijn er eigenlijk?
Een warmtenet, ook wel stadsverwarming genoemd, is een collectief systeem waarbij warmte vanuit één of meerdere bronnen door middel van warm water via buizen aan verschillende gebouwen wordt geleverd. Deze warmte wordt vervolgens gebruikt voor de verwarming en het warme water. De overdracht van die warmtelevering vanuit het warmtenet naar de woning vindt plaats via een zogenaamde afleverset. Dit wordt soms op kleine schaal toegepast, bijvoorbeeld voor één (appartementen)gebouw of grootschalig waarbij hele wijken en steden worden aangesloten.
Afhankelijk van de bron kan warmte bij een warmtenet op verschillende temperaturen geleverd worden.
Benaming | Temperatuur |
Hoge temperatuur (HT) | Van 75 °C tot 90 °C |
Midden temperatuur (MT) | Van 55 °C tot 75 °C |
Lage temperatuur (LT) | Van 30 °C tot 55 °C |
Zeer lage temperatuur (ZLT) | Van 10 °C tot 30 °C |
De temperatuur van de geleverde warmte is van groot belang voor de mate waarop woningen geïsoleerd moeten worden en welke voorzieningen nodig zijn om de warmte bruikbaar te maken voor verwarming en warm water.
Type warmtenet | Label | Opmerking |
HT warmtenet Van 75 °C tot 90 °C | Label E, F en G | Ook toepasbaar voor slecht geïsoleerde woningen. Aanpassingen zijn eventueel alleen nodig om de kosten te drukken. |
MT warmtenet Van 55 °C tot 75 °C | Label B, C en D | Geschikt voor redelijk geïsoleerde woningen. |
LT warmtenet Van 30 °C tot 55 °C | Vanaf label A | Woningen moeten goed geïsoleerd zijn en voorzien zijn van een lage temperatuur verwarmingssysteem. Om het warme water legionellavrij te houden moet regelmatig de temperatuur van het warme water apart opgewarmd worden, bijvoorbeeld met een booster warmtepomp. |
ZLT warmtenet | Label A+ en hoger | Woningen moeten zeer goed geïsoleerd zijn en voorzien zijn van een geschikt lage temperatuur verwarmingssysteem. Daarnaast moet de woning redelijk tot goede kierdichting hebben. Om het warme water legionellavrij te houden moet regelmatig de temperatuur van het warme water apart opgewarmd worden, bijvoorbeeld met een booster warmtepomp. Kan ook (beperkt) gebruikt worden als koeling. |
Een warmtenet is vooral geschikt voor wijken en gebieden met dichte bebouwing zodat de kosten voor aanleg en onderhoud beperkt worden. Daarnaast moet gekeken worden of er genoeg (duurzame) bronnen zijn om de warmte te kunnen leveren. Dit vraagt veel tijd door onderzoeken, planning en het aanleggen van het warmtenet. Daarnaast moet ook nog worden gekeken welke aanpassingen er in de woning nodig zijn om deze geschikt te maken voor het warmtenet:
Een groot nadeel van het warmtenet is dat je vastzit aan één leverancier. Je kunt niet periodiek overstappen naar een andere leverancier zoals bij gas en elektra. De nieuwe warmtewet moet ervoor zorgen dat huishoudens die zijn aangesloten op stadsverwarming niet te veel betalen voor warmte.
Bij elektrisch verwarmen, ook wel all-electric genoemd, wordt zowel de woning als het warme water verwarmd door elektriciteit. Een All-electric woning heeft daarom geen gasaansluiting of aansluiting op een warmtenet. Vanaf 1 juli 2018 krijgen nieuwbouwwoningen
bij de vergunningaanvraag geen aansluiting meer op het gasnet. Hierdoor hebben deze woningen meestal elektrische verwarming.
Elektrisch verwarmen kan op twee manieren; Centraal of decentraal (lokale verwarming). Bij centrale verwarming
(cv-installatie) wordt de warmte over de woning verdeeld vanuit één centraal punt. Bij decentrale verwarming worden de ruimtes in de woning allemaal apart verwarmd door een eigen verwarmingselement. Soms kan er ook gekozen worden voor
een combinatie door een centraal verwarmingssysteem te combineren met verwarming per ruimte.
Met één of meerdere infrarood en/of elektrische verwarmingselementen kun je elke ruimte ook apart verwarmen. Elk verwarmingselement is dan rechtstreeks of met een stekker aangesloten op de elektrische installatie en zet de stroom in het element om in warmte. Bij infraroodverwarming gaat het vooral om stralingswarmte. Elektriciteit rechtstreeks omzetten in warmte is een dure manier van verwarmen, maar omdat de gerichte warmte van infrarood snel voelbaar is en snel reageert kan het toch voordelig zijn om op deze manier de ruimtes te verwarmen. Je brengt dan namelijk niet de hele woning op temperatuur zoals bij centrale verwarming, maar je gebruikt de verwarming alleen tijdelijk in de ruimte waar je op dat moment bent.
Voor een volledig elektrisch verwarmde woning (all-electric) kun je het beste eerst zorgen dat de woning zeer goed geïsoleerd is, dezelfde kwaliteit als nieuwbouw (A+). Bij centrale verwarming moet deze geschikt zijn voor lage temperaturen. Daarnaast moet de woning goede kierdichting hebben (geen tocht). Heb je dat niet, dan krijg je de woning niet warm genoeg of alleen tegen hele hoge (stroom)kosten. Bovendien moet je in de winter dan zoveel stroom gebruiken dat een standaard aansluiting niet voldoende is. Hierbij kunnen de kosten hoog oplopen.
Duurzaam gas wordt gewonnen uit duurzame bronnen. Met dit gas kun je jouw woning en het warme water op een duurzame manier verwarmen. Het duurzame gas kan via de bestaande gasleidingen aan woningen geleverd worden. Er zijn twee vormen van duurzaam gas:
Het voordeel van duurzaam gas is dat er vrijwel geen aanpassingen in de woningen nodig zijn. Biogas heeft nagenoeg dezelfde samenstelling als aardgas en kan daardoor via de bestaande aardgasleidingen geleverd worden. Met enige aanpassingen, onder andere aan de brander van de cv-ketel, kan waterstof ook geleverd worden via bestaande gasnetten. Vanwege de beperkte beschikbaarheid van duurzaam gas wordt er op dit moment voornamelijk aangestuurd op de hybride warmtepomp. Een hybride warmtepomp kan een groot deel van de verwarmingsvraag, met name in het voor- en najaar voor haar rekening nemen. Alleen bij lage buitentemperaturen zal de cv-ketel, gestookt op duurzaam gas, moeten bijspringen. Voor de combinatie van een cv-ketel (op duurzaam gas) en een hybride warmtepomp moet de woning redelijk geïsoleerd zijn (minimaal label C of D) anders draait de hybride warmtepomp niet efficiënt genoeg.
Daar is nog weinig duidelijkheid over. Op dit moment is duurzaam gas nog maar beperkt beschikbaar voor woningen. Er zijn een aantal projecten waar biogas uit vergisting wordt geleverd aan een aantal woningen. Ook wordt er gesproken over bijmenging van duurzaam gas bij het huidige gas. De hoeveelheid biogas is niet in die hoeveelheden beschikbaar als aardgas. Waarschijnlijk kan er in de toekomst in een beperkt aantal gebieden gebruik gemaakt worden van biogas via de bestaande gasleidingen. Hetzelfde geldt voor waterstof. Op dit moment vinden er enkele proeven plaatst waarbij gekeken wordt welke aanpassingen gedaan moeten worden om waterstof via de bestaande gasleidingen te leveren aan woningen. Momenteel is er nog niet genoeg groene waterstof beschikbaar. De beperkte beschikbaarheid zorgt ervoor dat waarschijnlijk niet iedereen in Nederland met een aardgasaansluiting in de toekomst kan worden aangesloten op een duurzame gasvoorziening.