‘Bewoner die van aardgas af moet onvoldoende beschermd tegen hoge lasten’

Woningbezitters die van het aardgas af moeten, moeten beter worden beschermd tegen een grote stijging van hun woonlasten. Regels die het kabinet voorstelt om hoge kosten te voorkomen, schieten tekort. Dat heeft Vereniging Eigen Huis laten weten aan de Tweede Kamer, die hier woensdag 17 september over vergadert.

De komende jaren moeten er honderdduizenden woning van het aardgas af gaan, zo is afgesproken in het Klimaatakkoord. Dit gebeurt onder andere via de wijkaanpak. Daarbij regelen gemeenten dat wijken overgaan op een warmtenet of warmtepomp. Zij krijgen ook de bevoegdheid om woningen daadwerkelijk van het gas af te sluiten. Om ervoor te zorgen dat de overstap wel betaalbaar is voor bewoners, komt er extra regelgeving waaraan gemeenten zich moeten houden.

Te vaag

Vereniging Eigen Huis vindt dat de regels die het kabinet nu voorstelt niet ver genoeg gaan. Zo staat hierin dat gemeenten “rekening moeten houden met de verwachte gevolgen voor de maandelijkse woonlasten”. Dat is veel te vaag, waarschuwt de vereniging. Volgens haar zijn concretere normen nodig.

Ook staat in het voorstel dat voor 70% van de bewoners in een wijk de kosten voor bijvoorbeeld een warmtepomp, warmtenetaansluiting of extra isolatie niet hoger mogen zijn dan de besparing op de energierekening. Volgens Vereniging Eigen Huis moet er voor de overige 30% van de bewoners een duidelijke limiet komen. Hoewel dat geen onderdeel is van deze regelgeving, vindt de vereniging ook dat gemeenten deze groep financieel tegemoet moet komen.

Belangrijk voor draagvlak

“Wij roepen Tweede Kamerleden op dit beter te regelen”, zegt Helen Visser, beleidsadviseur bij de vereniging. “Dat is niet alleen belangrijk voor consumenten zelf, maar ook voor het draagvlak voor de energietransitie.” Eerder bleek uit onderzoek van de vereniging dat veel woningeigenaren voor verduurzaming zijn, maar dat zij betaalbaarheid en consumentenbescherming belangrijk vinden.