Op vakantie? Zo laat je het huis goed achter

1. Kijk eens in je dakgoot

Kijk of het nodig is de dakgoot nog schoon te maken. Als vuil daar ophoopt kan het regenwater niet goed weg, en loop je risico op lekkage.

2. Containers aan de kant

Ladders trouwens ook. Dan kunnen inbrekers die niet gebruiken om op te klimmen. Laat ook liever geen volle vuilniszakken achter; dat kan bij inbrekers in de gaten lopen.

3. Sluit de buitenkraan af

Vandalen kunnen die opendraaien. Laat ook meteen de tuinslang leeglopen. Als er bij warm weer water in blijft stilstaan, kan de legionellabacterie erin groeien.

4. Ramen dicht

Alle ramen en deuren. Dus ook de wc- en kelderraampjes en de schuurdeur.

5. Regel iemand voor de post

Vraag buren of vrienden geregeld de brievenbus te legen. Een stapel post verraadt je afwezigheid. Kan niemand de post weghalen? Overweeg een Nee/Nee-sticker op de brievenbus.

6. Apparaten uit

Haal bij de televisie, computer en printer de stekkers uit het stopcontact. Dat bespaart stroom en voorkomt schade door kortsluiting of blikseminslag. Controleer meteen of er geen opladers van telefoons of laptops in stopcontacten zitten. 

7. Koelkast laag en leeg

Zet de koelkast in een lagere stand (scheelt stroom) en haal die leeg (hygiëne). Helemaal uitzetten kan ook, maar dan moet de deur op een kier blijven om schimmels te weren. Doe dit alleen als de koelkast uit het zicht staat, anders is van buiten te zien dat je niet thuis bent.

8. Draai het zonnescherm dicht

Als het flink waait, kan een uitgeschoven scherm kapot gaan, en de gevel beschadigen.

9. Watertoevoer dicht

Draai de watertoevoer naar de wasmachine dicht om waterschade te voorkomen. De toevoerslang kan bijvoorbeeld knappen. Doe hetzelfde voor de afwasmachine.

10. Vergeet de wekker niet

Controleer of de wekker uitstaat. Dan wekt die de buren niet als je weg bent.

11. Planten willen water

Geef de planten nog even water. En probeer iemand te vinden die af en toe de tuin water wil geven.

12. Ventilatie in laagste stand

En (indien aanwezig) de ventilatieroosters open. Als je niet in huis bent, vervuilt de lucht niet zo snel. En het bespaart elektriciteit. Zorg er wel voor dat de ventilatieroosters schoon zijn, zodat er voldoende frisse lucht in huis komt.

13. Laat het er bewoond uitzien

Dat schrikt inbrekers af. Leg bijvoorbeeld een tijdschrift op tafel en zet wat glazen neer. Laat in de tuin wat kinderspeelgoed slingeren en parkeer een tweede auto, of die van de buren, op de oprit.

14. Laat geen sleutels zitten

Aan de binnenkant van deuren of ramen. Een inbreker kan zo wel heel eenvoudig een deur of raam openen. Bovendien kan hij, eenmaal binnen, makkelijker vluchten.

15. Sla de tuin niet over

Voor de tuin geldt hetzelfde als voor planten: handig als iemand af en toe water komt geven. Maai het gras nog: 3 tot 5 centimeter is kort genoeg. En zet eventueel planten in de schaduw.