Minister Kaag wil meer controle op registratie kredieten bij BKR
Minister Kaag (Financiën) wil van het registreren van kredieten een wettelijke taak maken. Dat meldt dagblad De Telegraaf. De bewindsvrouw werkt aan een voorstel om het werk van BKR - een onafhankelijke stichting - in de wet te verankeren, schrijft ze in antwoord op vragen van VVD-Kamerlid Heinen.
Volgens Kaag is BKR is een privaatrechtelijke stichting, die volledig los staat van de overheid, maar wel het stelsel van kredietregistratie beheert. Dat vindt de minister onwenselijk. Haar wens is dat kredietregistratie een wettelijke taak wordt met overeenkomstige bevoegdheden voor de minister van Financiën. Er is een wetsvoorstel in voorbereiding, waarin meer publieke waarborgen voor gegevensverwerking bij kredietregistratie worden geregeld en welke overeenkomsten worden geregistreerd. Kredietregistratie wordt een wettelijke taak met overeenkomstige bevoegdheden voor de minister van Financiën. Dit wetsvoorstel zal begin 2023 worden geconsulteerd. Op grond van het wetsvoorstel blijft het kredietregister bij BKR en krijgt de overheid geen inzage in de geregistreerde persoonsgegevens. Kaag kreeg Kamervragen omdat BKR nu ook ’gewone’ hypotheekleningen’ wil bijhouden.
Dit vindt Vereniging Eigen Huis
De vereniging noemde de wens van BKR om alle hypotheken te registreren eerder al ‘Big brother-toestanden’. Alle hypotheken worden sinds jaar en dag ingeschreven in de registers van het Kadaster. Vereniging Eigen Huis is het dan ook eens met de aanpak van Kaag. “Het is voor ieder bedrijf van groot belang om bij een betalingsachterstand zo snel mogelijk contact op te nemen met de klant”, aldus perswoordvoerder Hans André de la Porte. “Vanaf drie maanden worden betalingsachterstanden op een hypotheek al bij het BKR geregistreerd.” Slechts een klein percentage van de uitstaande hypotheken kampt volgens de woordvoerder met een dergelijke achterstand. “Daarom is het inschrijven van alle nieuwe hypotheken volgens ons een veel te zware maatregel voor het beschermen van een relatief kleine groep kwetsbare huiseigenaren”.
