
Het woningtekort is sinds de jaren tachtig niet meer zo groot geweest. En dat drijft de prijs op. Bijbouwen gaat niet zomaar; tussen de prilste bouwplannen en de daadwerkelijke oplevering zitten vaak jaren. In deze periode kan van alles gebeuren, waardoor het toch al langzame bouwproces verdere vertraging oploopt.
Mensen met een middeninkomen (grofweg tussen de € 35.000 en € 50.000) hebben de grootste moeite een woning te vinden. Met een lager inkomen mag je een sociale huurwoning huren. Maar verdien je net iets meer, dan zijn er maar weinig koopwoningen te vinden. In de vrije huursector zijn de
huurprijzen ondertussen zo hoog geworden, dat dit vaak geen goed alternatief is voor een koopwoning.
Wij bouwen zelf geen huizen. Daarom praten we met andere partijen om het belang van voldoende woningen duidelijk te maken. Zo hebben we ervoor gezorgd dat er een concreet doel is opgenomen in de Nationale Woonagenda. Hierin staan afspraken tussen de minister van Binnenlandse Zaken, bouwers, makelaars, woningcorporaties en bewonersvertegenwoordigers. De extra woningen moeten zowel huur- als koopwoningen zijn, zodat er wat te kiezen valt voor huizenzoekers. We houden in de gaten of dat aantal wordt gehaald.