
Als nieuwkomer op de koopwoningmarkt moet je het opnemen tegen doorstromers – mensen die een woning verkopen en een nieuwe woning kopen – en soms tegen beleggers, die huizen kopen om te verhuren. Doorstromers kunnen vaak overwaarde inzetten in de biedingsstrijd en gebruikmaken van gunstige regelingen uit het verleden. Tot een paar jaar geleden kon je meer lenen dan de waarde van de woning en zorgde een aflossingsvrije hypotheek voor lagere maandlasten. Al die regels zijn nu aangescherpt. Dat maakt het voor de starters van nu moeilijker een huis te kopen.
De afgelopen jaren zijn er meer particuliere beleggers gekomen die woningen kopen om te verhuren. Zij zorgen voor meer aanbod in de vrije huursector. Maar sommige beleggers kopen en verhuren woningen alleen maar om er veel geld mee te verdienen. Op bepaalde plekken vissen zij in dezelfde vijver als starters en drijven ze de huizenprijzen op. Omdat beleggers meer geld te besteden hebben en daarom makkelijker kunnen bieden en overbieden, zijn ze een oneerlijke concurrent voor nieuwe huizenkopers.
Wij vinden dat zowel de Rijksoverheid als gemeenten tijdelijke maatregelen moeten nemen om de concurrentiepositie van starters te verbeteren. Hieronder een aantal voorbeelden. De maatregelen zijn op zichzelf geen oplossing voor het startersprobleem, daarom pleiten we voor een mix van maatregelen met daarin bijvoorbeeld: